Bert van den Berg is bestuurslid van het Barth-Misset Fonds, dat jaarlijks geld beschikbaar stelt voor de verbetering van de leef- en transportomstandigheden van dieren in de veehouderij. De veehouderij heeft zich volgens Van den Berg veelal enkelvoudig verbeterd. Winst op milieugebied leverde vaak een verlies op voor boer en/of dier. ‘Als fondsbestuur denken we dat er ook integrale maatregelen denkbaar zijn: maatregelen dus die én goed zijn voor het milieu, én voor de boeren én voor het welzijn van dieren. Dit jaar willen we voorstellen steunen tot zulke win-win-winmaatregelen.’

De financieringsronde van het Barth-Misset Fonds opent begin februari. ‘Wetenschappers, transporteurs, dierenwelzijnsorganisaties, feitelijk elke rechtspersoon die betrokken is bij dierenwelzijn kan tot 31 maart een aanvraag tot €50.000,- bij ons indienen. Ook boeren zijn van harte uitgenodigd met aanvragen te komen.’

Tweejarig thema
Het Barth-Misset Fonds houdt dit jaar voor de vijfde keer een financieringsronde. De rondes zijn altijd gekoppeld aan een tweejarig thema. Eerdere thema’s waren ‘Transport’ en ‘Ingrepen bij Dieren’. De afgelopen jaren ontvingen onder meer de POV, Vee & Logistiek Nederland, Wakker Dier en Eyes on Animals bedragen van het fonds. De POV kreeg geld voor het aanstellen van welzijnscoaches, V&LN voor het vertalen van gidsen voor dierenwelzijnspraktijken tijdens veetransport. Voor Eyes on Animals financierde het Fonds een project rond hittestress en Wakker Dier ontving steun voor een campagne om supermarkten te bewegen geen eieren meer aan te bieden zonder Beter Leven-keurmerk.

Van den Berg is in zijn nopjes met de tweejarige aanpak van het Barth-Misset Fonds. In de wens te werken aan win-win-win voor mens, dier en milieu, ziet het fonds zich gesteund door de Sociaal Economische Raad. In het advies Naar duurzame perspectieven voor de landbouw (mei 2021) beschrijft de SER de risico’s van eenzijdig beleid: ‘Een integrale benadering is noodzakelijk om te voorkomen dat er steeds op een enkel vraagstuk geoptimaliseerd wordt. Daardoor wordt onnodig veel geld ingezet voor een uitkomst die niet houdbaar is en die maar weinigen zal bevallen.’

Ondoenlijk
In het dagelijks leven werkt Van den Berg al vele jaren als programmamanager veehouderij bij de Dierenbescherming. Hij kent de veehouderij daardoor als zijn broekzak en jongleert in voorbeelden van eerdere win-verlies situaties. ‘Boeren zijn sinds de jaren ’60 mest en urine steeds meer samen gaan opslaan in mestkelders onder de roostervloeren van dierhokken. Daardoor nam de ammoniakconcentratie in de stallucht toe en dat is ongunstig voor het leefklimaat voor boer en dier. Of neem de eis van vergaande emissiereducties in stallen, zestig procent in de melkveehouderij, tachtig procent in de varkenshouderij. Technieken als luchtwassers en emissiearme vloeren krijgen daardoor vrijwel altijd de voorkeur boven scheiding en dagelijkse afvoer van mest- en urine aan de bron en boven strooiselstallen. Win-verliesmaatregelen moeten achteraf weer gecorrigeerd worden. Die grilligheid is voor boeren ondoenlijk en kan dierenwelzijn onder druk zetten. De uitdaging waartoe het Barth Misset Fonds oproept is milieumaatregelen te ontwerpen die daadwerkelijk duurzaam zijn: niet alleen goed voor het milieu maar ook goed voor het dierenwelzijn én haalbaar en betaalbaar voor de veehouder.’

Welke voorbeelden voor dierenwelzijn springen voor jou in het oog?
‘Actueel is dat de retailers met vlees, zuivel en eieren die ze verkopen een volgende bovenwettelijke stap maken. Bijvoorbeeld het varkensvlees van Albert Heijn, dat moet minimaal het 1 ster Beter Leven Keurmerk hebben. Vlees kan daarmee niet meer over de hele wereld worden ingekocht. Dat is een doorbraak. Recent zette Albert Heijn een volgende stap door honderd varkenshouders tot vaste varkensvleesleveranciers te maken. Dergelijke stappen betekenen niet alleen een verbetering van dierenwelzijn, maar deze vaste afname garandeert ook een stabieler inkomen voor de veehouder. Dit was tien jaar geleden nog ondenkbaar. Destijds discussieerde men bij supermarkten nog óf en hoever men wilde meebewegen met integrale verduurzaming. Nu is het dagelijkse kost voor inkopers, kwaliteits- en category managers van supermarkten om aan verduurzaming te werken. Dat is heel positief: alleen in samenwerking is werkelijke verduurzaming haalbaar.’

Draagt het nieuwe regeerakkoord bij aan deze ontwikkelingen?
‘De grootste uitdaging wordt de professionele uitvoering. Duurzaamheid moet geen kwestie worden van veel geld inzetten voor reductie van stikstof en broeikasgassen en ondertussen andere onderwerpen, zoals dierenwelzijn, vooruitschuiven. De afgelopen jaren is er veel bezuinigd en gereorganiseerd bij uitvoeringsorganisaties. Neem als voorbeeld de NVWA. Nu wil de overheid 25 miljard uitgeven aan stikstofreductie en natuurherstel en ook miljarden aan broeikasgasreductie. De plannen om boeren uit te kopen leiden tot polarisatie onder boeren en meerdere partijen proberen met de overheid een deal te maken. Er zullen, verwacht ik, uiteindelijk allerlei soorten boeren overblijven; kleinere, waarde-toevoegende boeren en grotere, exporterende boeren. Juist regionaal werken aan diervriendelijke, natuurinclusieve kringlooplandbouw in Noordwest-Europa zou de oplossing moeten zijn.’

Waarom vindt het Barth-Misset Fonds integrale oplossingen zo belangrijk?
‘Onze core business is dierenwelzijn in de veehouderij. Maar als je daarover nadenkt zonder oog te hebben voor zaken als het inkomen van boeren of het milieu, dan kom je niet verder. Zoals klimaatadaptatie zonder oog voor dierenwelzijn en zonder rekening te houden met het feit dat bij boeren de schoorsteen ook moet roken, een heilloze weg is. Het is effectief van meet af aan uit te gaan van win-win-win.’

Hoe zorgt het Barth-Misset Fonds voor deze win-win-win?
‘We stimuleren innovatie rond dierenwelzijn in de veehouderij met het financieren van projectvoorstellen. Eerder steunde het fonds bijvoorbeeld het optimaliseren van vrijloopkraamhokken en een doorgroeistal voor leghennen. Het Barth-Misset Fonds-geld kan worden ingezet voor bijvoorbeeld de pilot voor een project dat in een later stadium kan worden opgeschaald. Onze subsidie geldt dan als een tegemoetkoming in de eerste kosten. Op den duur moet een veehouder een maatregel kunnen financieren, door het uit de markt te kunnen terugverdienen. We kijken bij de beoordeling van aanvragen dus ook naar het verdienmodel dat de aanvrager in gedachten heeft.’

Hoe proberen jullie anderen te overtuigen van jullie idealen rond dierenwelzijn?
‘Bij het Barth-Misset Fonds kiezen we voor dialoog en via compromissen stappen in de goede richting zetten. Naast projectfinanciering organiseren we excursies en meet-ups, met debat, kennisuitwisseling en voordrachten. Daar is iedereen met betrokkenheid bij de veehouderij welkom; we sluiten nadrukkelijk niemand uit. We zijn ons er zeer van bewust, en ik weet dat uiteraard ook door mijn werk bij de Dierenbescherming, dat het vaak lang duurt voordat je iets kunt realiseren. Wat voor ons goed werkt is met voorlopers aan de slag te gaan, gedreven krachten, mensen die hun nek willen uitsteken en de ambitie hebben om in de praktijk te bekijken wat wel en wat niet werkt, om vervolgens de goede ontwikkeling verder uit te rollen. Zij kunnen anderen, als iets goed blijkt te werken, wellicht overhalen.’

‘Beter Boeren: voor klimaat, boer en dier’ is tot eind 2023 jullie thema. Wanneer zijn jullie geslaagd in de opzet om binnen dat thema verbeteringen van dierenwelzijn te realiseren?
We hebben ons doel bereikt als we projecten kunnen gaan ondersteunen die goed zijn voor én het milieu, én de boeren én de dieren. Opschaalbare voorstellen die aan de drie voorwaarden voldoen, en die dus ook kunnen worden aangedragen bij andere veehouders. Daar kijken we naar uit.’

 

Hier vindt u meer informatie over de aanvraagprocedure. 

Deel dit bericht